Het bewegingsapparaat functioneert niet zonder spieren, aangezien zij beweging mogelijk maken door hun plaatsing tussen de botdelen en de aansturing van het zenuwstelsel. Dit mechanisme stelt ons in staat om sportieve prestaties te leveren. Echter, wanneer de krachten op de spieren te groot worden, kan er een spierscheuring optreden.
Spierscheuringen worden geclassificeerd in drie gradaties:
Eerstegraads spierscheuring: Minder dan 5% van de spiervezels is beschadigd. Dit veroorzaakt een scherpe pijn tijdens explosieve en maximale belasting, maar rustig lopen en fietsen blijven mogelijk zonder klachten.
Tweedegraads spierscheuring: Zelfs lichte belasting veroorzaakt pijn. Het oprekken van de spier is pijnlijk en de spierkracht neemt af. Vatbaarheid voor spierblessures kan variëren door factoren zoals coördinatie, genetica, of een verleden met blessures.
Derdegraads spierscheuring: Een plotselinge felle pijn, vaak gepaard met een knappend geluid, waarna de pijn snel vermindert omdat de verbinding is verbroken. Grote bloeduitstortingen en zwellingen verschijnen snel en de spier bolt eenzijdig op. Deze graad vereist meestal operatieve behandeling, in tegenstelling tot de eerste- en tweedegraads spierscheuringen die vaak kunnen worden behandeld met fysiotherapie.
Direct na een spierscheuring is de RICE-methode aan te raden:
Rest (Rust): De spier moet gedurende de eerste 3 dagen rusten.
Ice (IJs): Om pijn en zwelling te verminderen, maximaal 15 minuten per keer, maar niet langer om de bloedtoevoer niet te belemmeren.
Compression (Compressieverband): Geeft de nodige rust aan de spier.
Elevation (Verhoging): Houd de spier omhoog om zwelling te verminderen.
Na de acute fase mag de spier vanaf de vierde dag voorzichtig worden aangespannen zonder beweging. Spierkrachtbewegingen mogen na de eerste week beginnen, met lichte oefeningen zoals fietsen. Vanaf de vierde week kan hardlopen voorzichtig worden hervat en kan de belasting geleidelijk worden verhoogd. Massages zijn pas na tien dagen aan te raden. De revalidatieperiode voor een eerste- of tweedegraads spierscheuring duurt minimaal zes weken, waarna de spierfysiologisch volledig hersteld zou moeten zijn.
Na zes weken kan, mits zonder complicaties, het sporten op trainingsniveau worden hervat. Sportspecifieke oefeningen zijn essentieel om de spieren aan te passen aan wedstrijdbelasting. Pas als de spier op wedstrijdniveau belastbaar is, kan er worden deelgenomen aan wedstrijden.
Hoewel het doel is om de sporter pijnvrij te laten sporten, blijft een spier kwetsbaar na een scheuring door de vorming van littekenweefsel, wat de elasticiteit en het aantal spiervezels vermindert. Dit betekent dat de kans op terugkerende klachten groot is.
Hoewel het niet volledig te voorkomen is, kunnen specifieke coördinatieve oefeningen de kans op spierscheuringen verminderen door de spiercontrole te verbeteren. Rekoefeningen hebben geen bewezen invloed op het voorkomen van blessures, maar bevorderen wel de sportprestatie. Een warming-up vermindert ook niet significant de kans op blessures.
Vrouwen zijn over het algemeen gevoeliger voor blessures dan mannen, vooral tijdens de menopauze door afname van oestrogeen en andere hormonen, wat de kans op spierblessures vergroot en het herstel vertraagt.
Terug